5 Paaszondag A - Ik ben de weg, de waarheid en het leven (09/05/2020)
Openingsgebed
God,
Jij die al wat is,
geschapen hebt en leidt,
Jij die door ons
genoemd mag worden: Vader,
aan Jou dragen wij in eerbied
dit samenzijn op.
Wij kunnen nu het brood
en de wijn niet samen delen,
maar we voelen ons wel verbonden
met Jou en met elkaar.
Jij die voor ons bent:
Vader, Zoon en heilige Geest.
Amen.
Inleiding (Anja T’Kindt)
Als ik bij mijn beste vriendin op bezoek ga, hangt er een grote muursticker in haar inkomhal om me welkom te heten in hun boeiend en chaotisch/levendig gezin met drie kleine kinderen. ’t Is ondertussen al meer dan 8 weken dat ik haar en iedereen van Effata niet meer hebben gezien. We hebben Pasen zonder het gezellige familielawaai en elkaar moeten vieren. De lange dagen zonder familie, vrienden en kennissen beginnen te wegen. We dromen ervan om eindelijk nog eens volk te mogen ontvangen, een speciale taart voor de (klein)kinderen te bakken en – wie weet – de kleinkinderen nog eens op logement te hebben. We hebben zin om ons huis te bereiden om geliefd volk te ontvangen. Da’s net zo in het evangelie vandaag. Ook God bereidt zijn huis voor om jou, ons, zijn geliefd volk te ontvangen.
Lezing: Johannes 14, 1 – 12 (NBV)
Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij. In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken? Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben. Jullie kennen de weg naar waar ik heen ga.’ Toen zei Tomas: ‘Wij weten niet eens waar u naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?’ Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij. Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie hem, want jullie hebben hem zelf gezien.’ Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien? Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij. Geloof me: ik ben in de Vader en de Vader is in mij. Als je mij niet gelooft, geloof het dan om wat hij doet. Waarachtig, ik verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik, en zelfs meer dan dat, ik ga immers naar de Vader.
Homilie (Anja T’Kindt)
In Gods huis zijn vele kamers. Bij God is er geen ‘one size fits all’, geen onwrikbaar geloofskadertje waarin je moet passen en aan moet voldoen, maar vele verschillende kamers zodat je je kan gaan nestelen op een plaatsje dat bij jou past. Ik kan me zelfs inbeelden dat God je vrij laat om die kamer zelf in te richten: met kleuren, bloemetjes, foto’s, je favoriete cd’s, ... kortom met dingen die bij jou passen en jou gelukkig maken. Je kan daarom ook op heel verschillende manieren thuiskomen bij God door muziek te luisteren, te mediteren, te schilderen, te mijmeren, in de bijbel te lezen, de handen uit de mouwen te steken, eenzame mensen op te bellen, … Zolang je maar dicht bij hem in zijn huis blijft en hij jou kan ontvangen, is hij tevreden. Zoals Jezus het in dit evangelie zegt: ‘Ik ben in de Vader en de Vader is in mij.’ Met andere woorden, ik mag thuiskomen in het huis van mijn Vader en mijn Vader mag thuiskomen in mijn huis.
En hoe zit het met jouw huis voor God? Hoe bereid jij je huis voor hem? God is nooit opdringerig, hij zal niet stiekem en onverwachts binnendringen in jouw huis en dan op jouw huishouden commentaar leveren. Hij is niet zoals mijn en vele andere moeders die - toen ik nog thuis woonde - op het onverwachtse mijn kamer binnenkwam om te zeggen dat het een rommelkot was en me uit mijn luie bed wou koteren. God staat eerder aan de drempel te wachten tot jij jouw deur voor hem op een kiertje zet. God kan niet tegen deuren die op een kiertje staan, dan voelt hij een enorm verlangen om naar binnen te gaan.
Welke kiertjes bieden we hem aan? Langs waar mag hij bij ons binnenkomen? Welke plaats bereiden wij voor hem? En misschien kunnen we dat in deze dagen wel letterlijk nemen. De meeste mensen hebben in hun huis wel een plaatsje op een kast, boekenrek of tafeltje waar wat spullen staan die ons doen verstillen en blij maken, een souvenirhoekje of een verzameling fotokaders. Het zijn plaatsjes die ons doen stil staan bij ons leven, onze relaties, onze hoop, ons verdriet en ons verlangen. Het zijn kiertjes waar God als het ware zachtjes naar binnenkomt. Zeker nu we zoveel contacten moeten missen en nu ons leven soms wat hol en onwerkelijk lijkt, is het goed om aandacht te besteden aan die plaatsjes in ons huis. Er bewust bij stil te staan en de liefde en genegenheid die het oproept toe te laten, er een bloemetje bij te zetten of een kaarsje aan te steken en er een poosje bij te verwijlen.
Jezus zegt ons vandaag: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’. Die weg, die waarheid en dat leven, komt binnen langs de kiertjes van ons bestaan. Niet opdringerig als een bet- en allesweter, maar als een uitnodiging. Als een uitnodiging om deelachtig te worden aan de intieme band tussen de Vader en de Zoon, om deelachtig te worden aan de Liefde die alles omringt en ons door die Liefde te laten omhelzen, om met hem die weg te gaan die tot Leven leidt.
God bereidt zijn huis voor om jou, ons, zijn geliefd volk te ontvangen. Ben je klaar om ook hem te ontvangen? Is dit niet wat we in de Paastijd mogen beleven? Weten dat het nieuwe Leven langs kiertjes in ons leven binnenkomt als we bereid zijn het te ontvangen.
Bezinning (Anja T’Kindt)
Marco Borsato | thuis
https://www.youtube.com/watch?v=0eLE8uEmT3w
Het is niet heel groot
Maar ik heb niet meer nodig dan dit
De plek die ik ken
Hier laad ik op
M'n plaats om te rusten
Ja hier kan ik zijn wie ik ben
Oh, wat is het fijn
Om weer thuis te zijn
Nog veel mooier dan de mooiste reis
Ik voel het gelijk
De geborgenheid
Nergens zo veilig als in m'n eigen kleine stukje paradijs
Wat is ze groots
Haar bergen en dalen
Haar land, oceanen, de lucht
Ik kijk om me heen
Ik haal heel diep adem
En toch wil ik steeds weer terug
Elke keer wanneer ik wegga kijk ik even achterom
En sta ik stil bij wat er schuil gaat
Achter het raam bij het balkon
Alles dat m'n hart zo lief is
Waar het allemaal om draait
Wat mij het beste zal omschrijven
Als al het andere overwaait
Het gevoel dat ik hier thuishoor
Ik neem het altijd met me mee
Door wat me opwacht als ik terugkeer
Ben ik nergens echt alleen
Ik herken de velden en de wegen
De route met m'n ogen dicht
Ik weet dat het niet ver meer is
Wat het belangrijkst is
Heb ik het meest gemist
De geur van je haren, de kleur van je ogen
Die stralende lach die me steeds weer betovert
De deur die zwaait open, daar sta je
En ik weet ik ben thuis
Ik ben thuis
Oh, wat is het fijn
Weer bij jou te zijn
Ben nergens zo gelukkig als in m'n eigen kleine stukje paradijs
M'n eigen kleine stukje
Oh, wat is het fijn om weer thuis te zijn
Voorbeden
- Laten we bidden en vooral danken voor de ouders van Luk en dus ook de schoonouders van Bernadette, en oma en opa van Elien en Jonas. Ze zijn op 11 mei 70 jaar getrouwd. We zijn dankbaar voor al het mooie dat ze in deze periode hebben mogen doormaken. Door de coronatijd moeten we op afstand blijven maar in ons gebed denken we zeker aan hen,
- voor Caië die deze week een heelkundige ingreep had om een bestaand hartprobleem op te lossen en zo ergere verwikkelingen te voorkomen,
- voor onze gemeenschap, dat we leren beseffen dat er in het leven en in de wereld geen zekerheden en vastheden zijn,
- voor alle moeders die op deze 2de zondag van mei dankbaar gevierd worden,
- voor onszelf om bewust te worden hoe we in de toekomst anders moeten gaan leven en beslissingen te nemen die voor iedereen, zeker voor de armen, een beter leven mogelijk maakt,
- voor alles wat in ons hart leeft, alle zorgen en bekommernissen om onze medemens,
- . . .
Slotgebed (Erwin Roosen)
God,
laat me in Jezus’ voetspoor treden,
want Hij is de Weg
waarop ik de waarheid over mijn leven kan ontdekken:
dat ik uw kind ben,
dat ik nu al, maar ook later in eeuwigheid,
bij U mag thuiskomen.
Alleen door Hem
kan ik U beter leren kennen, God,
en stilaan mijn hart aan U geven
omdat Hij uw warmhartigheid
op een bijzondere manier zichtbaar heeft gemaakt.
Leer mij van elke mens,
wie hij of zij ook is,
te houden
zoals Gij van mij houdt.
Amen.