32 zondag door het jaar B (09/11/2024)
Inleiding: Er is geen uitgeschreven tekst beschikbaar.
Lezing: Marcus 12, 28-34 (NBV21)
Tijdens zijn onderricht zei Hij: ‘Pas op voor de schriftgeleerden die zo graag in dure gewaden rondlopen en eerbiedig begroet willen worden op het marktplein, en een ereplaats willen in de synagogen en bij feestmaaltijden: ze verslinden de huizen van de weduwen en zeggen voor de schijn lange gebeden op. Over hen zal strenger worden geoordeeld dan over anderen!’
Hij ging tegenover de offerkist zitten en keek hoe de mensen er geld in wierpen. Veel rijken gooiden veel geld in de kist. Er kwam ook een arme weduwe, die er twee muntjes in gooide, ter waarde van niet meer dan een quadrans. Hij riep zijn leerlingen bij zich en zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid; want die hebben gegeven van hun overvloed, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze had, haar hele levensonderhoud.’
Homilie: Er is geen uitgeschreven tekst beschikbaar.
Bezinning:
Geloven is
het opnemen voor mensen.
Het is willen dat alle mensen het goed hebben.
Het is ook optornen
tegen hoge heren,
tegen scheefgegroeide situaties,
tegen verharde structuren,
tegen zoveel bekrompen en enge ideeën.
Geloven is ook weten
- liefst vooraf -
dat je op je kop zult krijgen,
dat men je zal brandmerken
als rustverstoorder
en naïeveling.
En dan niet bitter worden …
Ook dat is geloven.
Toch zachtmoedig blijven,
toch volharden en doorgaan,
omdat je weet
dat God je draagt, ten einde toe.