Doe me nog niet naar de zee gaan
Doe me nog niet naar de zee gaan
Doe me nog niet naar de stad gaan
Doe me nu niet naar de straten van de mensen gaan
Doe me nu niet naar de winkels gaan
Nee, niet naar de drukte en stress
Niet naar daar waar ik toch niet zal vinden
wat mijn hart en ziel ten diepste verlangen
Breng me naar de stilte
Breng me naar de bloemen van de winter
Breng me naar het licht van de lente
Breng me naar het wonder van de schuwe schoonheid
Laat me wandelen in de zinnen van een gedicht
Geen nieuwe aarde
Breng me naar waar het zachte water is,
Koele doorkijkmantel, vloeiende
Huid die het lichaam vrij maakt,
Breng me naar waar een beer van een zon
De boom van het leven plant
En het paren van een man en een vrouw
Zwaarteloos is: twee vogels
Synchroniseren hun vleugelslag,
Breng me naar waar de dieren
Met hun eigen stemmen toch
Praten en roepen als kinderen, en waar –
Nee, laat me blijven waar ik ben,
Ik wil geen nieuwe aarde,
Maar een bestaanbare.
Uit: Hans Andreus, Laatste Gedichten
Jean-Paul Vermassen
20/02/2021