21 zondag door het jaar A (26/08/2023)
Inleiding (Jackie)
Vandaag lezen we uit het evangelie van Matteüs.
Dit stukje krijgt de titel: belijdenis van Petrus. Het wordt verteld door de 3 synoptische evangelisten Marcus, Matteüs en Lucas en hun verhaal stemt opvallend met elkaar overeen. In aanvang neemt Matteüs zelfs de tekst van Marcus praktisch letterlijk over.
Jezus vraagt op de man af aan zijn leerlingen: ‘wie zeggen jullie dat ik ben?
Petrus is schijnbaar diegene die het juiste antwoord geeft. Maar Matteüs benadrukt dit wel extra sterk want hij heeft het antwoord van Petrus nog wat uitgebreid en daar boven op heeft hij aan de tekst nog een stukje toegevoegd dat we niet terug vinden bij Marcus en Lucas. Er volgt een soort zaligspreking, Petrus krijgt een nieuwe naam, en een belofte.
Laat ons luisteren naar het verhaal van Matteüs ...
Lezing: Matteüs 16, 13–20 (NBV21)
Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg Hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’ Toen vroeg Hij hun: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’ ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel. En Ik zeg je: jij bent Petrus, en op die rots zal Ik mijn kerk bouwen; de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven; alles wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en alles wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.’ Daarop verbood Hij de leerlingen ook maar tegen iemand te zeggen dat Hij de messias was.
Homilie (Jackie & Luc)
Hebben jullie er al eens bij stil gestaan wat jullie zouden antwoorden moest Jezus nu eens lijfelijk hier in ons midden staan en ons ook op de man (of de vrouw af) zou vragen: wie zeggen jullie dat ik ben? Denk daar maar eens over na. (even stilte)
Bij de voorbereiding van deze viering stelde ik die vraag ook aan Luc: ben je er al eens bij stil gestaan wat er zou gebeuren moest Jezus die vraag aan ons stellen.
Luc was daar natuurlijk wel wat op voorbereid (het is tenslotte zijn job), maar ik moest daar toch eens goed over nadenken. Eigenaardig eigenlijk, want in mijn geloofsbeleving is Jezus een heel belangrijk iemand.
Luc, mag ik jou en aan iedereen hier in de viering, geheel vrijblijvend, eens vertellen wat ik zou antwoorden aan Jezus, dan kun jij misschien ook jouw antwoord met ons delen.
Ik hou ervan het eenvoudig te houden, daarom zou ik in eerste instantie zeggen: Jezus, Jij bent mijn zo betrouwbare gids, mijn wegwijzer. Telkens als ik, in grote of kleine dingen, wil weten welke weg ik best kies dan probeer ik te achterhalen welke keuze jij mij voorstelt. Daarom wil ik mij verdiepen in het woord ons geschonken in de evangelieteksten, uw woorden, waar wij veel aandacht aan besteden in de wekelijkse vieringen, de leerhuizen, …
Jezus, weet je, in de Maria Magdalena kerk in Brugge wordt ons ook een vraag gesteld (zie foto); wat ga we doen met onze toekomst? Onze eigen toekomst? De toekomst van onze samenleving? De toekomst van onze planeet? Wel op al deze vragen ben jij mijn inspiratiebron, wil ik mij naar jou richten.
Ik weet, ik ben niet zo compleet in mijn antwoord als Petrus. Ik kan alleen zeggen dat, als ik kijk naar het werk van je handen ik kan vermoeden dat jij, Jezus, met God te maken hebt. Ik voel tastbare liefde in jouw daden en woorden, dat zal dus wel God zijn. Ik ben benieuwd naar het antwoord van Luc op dezelfde vraag: wie zeg jij dat ik ben …
Er is geen tekst beschikbaar van het antwoord van Luc.!!!
Bezinning
Jezus vroeg: “Wie zeggen de mensen dat Ik ben?”
Voor de één was Hij een groot profeet
en voor de ander een naïeveling.
Maar die ene vond geen woorden groot genoeg
om uit te drukken wie Hij was.
Hij stamelde: “Gij, Gij zijt de Christus, de Zoon van God.”
Het is nog altijd zoals toen.
Wie Hij is moet steeds opnieuw worden ontdekt door elke mens.
Als je opgaat in jezelf
en je wereld niet groter is dan je eigen overmoed,
dan is Jezus overbodig, een schim uit het verleden.
Als jouw wereld bestaat uit getallen en zekerheden
zonder enig besef van het wonder van ons bestaan,
dan is Jezus overbodig, zelfs hinderlijk.
Maar als jij de wereld bekijkt
met de grote vraagogen van een kind
dat wil weten wie achter het wonder zit,
dan kun je vermoeden dat Jezus met God te maken heeft.
Dan zie je hoe door het werk van zijn handen
Gods liefde tastbaar werd.
Dan hoor je door zijn woorden een echo van Gods Woord.
Dan weet je door zijn sterven en verrijzen
hoe God voor mensen heeft gekozen,
hoe Hij altijd onder ons wil wonen.
Het is nog altijd zoals toen …
voor de één is Hij een groot profeet,
een godsdienststichter eerste klas,
maar toch één uit de rij.
En voor de ander is Hij een bleke idealist
die aan zijn droom ten onder ging.
Maar voor diegene die zich door God omarmd weet,
ondanks alle leed,
en die naar God verlangt
zoals een wachter naar de morgen,
voor zo’n mens kan Jezus zijn:
Woord van God, zijn Evenbeeld.
Manu Verhulst