24 zondag door het jaar B - Startviering: 'Thuiskomen & Doorbreken'  (14/09/2024)

Onthaal - Lied:  "Thuis" van Marco Borsata:  https://www.youtube.com/watch?v=EuCb_CI8PsE 

Verwelkoming  (Odette)

Thuiskomen & Doorbreken

Vandaag, op onze Startdag, zetten we het nieuwe werkjaar in met 2 woorden: “Thuiskomen en Doorbreken “.
En die twee woorden zijn werkwoorden … woorden waarrond er dit jaar gewerkt wordt.

Thuiskomen en Doorbreken in de Liturgiegroep, in het Effatakoor + muzikanten, in het Leerhuis, Meditatiegroep, Leesclub, in het Coördinatieteam, Tabormoment, vieringen en GEVI.
Thuiskomen bij elkaar, bij het samen vieren, thuiskomen in de Bijbel (het woord van God).
Thuis-komen op onze nieuwe plek, op verkenning gaan, weten wie de buren zijn …

Een (t)huis is een plaats waar het vertrouwd is met de mensen die er zijn, een plek die je deelt, waar warmte is, waar je kan groeien en openbloeien; een plek waar je veilig bent. Een gemeenschap met vele kamers waar iedereen kan thuiskomen alsook in de tent met speelse en bijzondere kamers (aandacht jongeren, mensen met een beperking , mensen met sociale uitsluiting zodat ook zij een rechtmatige plaats kunnen innemen in de gemeenschap ...

Doorbreken, naar buiten komen; vanuit wie we zijn, snuffelen wie rond ons leeft en werkt, de aarde tot onze thuis maken, het raam op de wereld openhouden.
Doorbreken daar waar we kunnen meewerken, op de site hier, in relatie tot.
Het wordt een wisselwerking van binnen naar buiten en van buiten naar binnen werken. Met de sjakossenflyers kun je laten weten wie we zijn.

Dat is wat we willen qua grote gedachte, hoe we dit zullen doen en op welk tijdstip, dat hoor via het Effataatje en de verschillende oproepen om mee te doen.

Openingslied:  ♫  81 Door de wereld gaat een woord (strofe 1, 3, 4 en 6)

Inleiding  (Frans )

We hoorden zopas de toelichting van het jaarthema 2024-2025.

Een HUIS is niet automatisch een THUIS.
Het gebouw is niet waar het om gaat. Wel wie er wonen, of we er mogen thuis komen en, voor gelovigen, of ook God daar een plaats heeft.

In de Liturgiegroep kozen we om vandaag een stukje te lezen uit het Oude Testament, uit het boek Genesis: de roeping van Abram.
Zoals God Abram vroeg om opnieuw te beginnen, zo is ook Effata in het voorjaar van 2024 – opnieuw – op weg gegaan.

We braken uit, moesten ook heel wat doorbeken. We hebben de Clemenspoort verlaten op zoek naar een ontvankelijke plek om thuis te komen.
Niet om ons op te sluiten, maar om verder te groeien en open te staan.
De buurt te leren kennen en ons door de buurt te laten kennen.
Een plek waar we God kunnen ontmoeten, ons door hem laten inspireren.
Waar we verbondenheid tot stand brengen, bekommerd om elkaar en de mensen die we ontmoeten …

Luisteren we naar wat Abram meemaakte toen God hem op een goede dag een onverwachte vraag stelde.

Lezing:  Genesis 12, 1-9 (NBV21)

De HEER zei tegen Abram: ‘Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat Ik je zal wijzen.
Ik zal je tot een groot volk maken,
Ik zal je zegenen, je naam veel aanzien geven,
een bron van zegen zul je zijn.
Ik zal zegenen wie jou zegenen,
wie jou vervloekt, zal Ik vervloeken.
In jou zullen alle volken op aarde gezegend worden.’

Abram trok weg uit Charan, zoals de HEER hem had opgedragen, en Lot, de zoon van zijn broer, ging met hem mee. Abram was toen vijfenzeventig jaar. Hij nam zijn vrouw Sarai mee en alle bezittingen die ze hadden verworven en de slaven en slavinnen die ze in Charan hadden verkregen. Zo gingen ze op weg naar Kanaän. Toen ze daar waren aangekomen, trok Abram het land door tot aan de eik van More, bij Sichem. In die tijd werd het land bewoond door de Kanaänieten. Maar de HEER verscheen aan Abram en zei: ‘Ik zal dit land aan jouw nakomelingen geven.’ Toen bouwde Abram op die plaats een altaar voor de HEER, die aan hem verschenen was. Daarvandaan trok hij naar het bergland dat oostelijk van Betel ligt, en ergens ten oosten van Betel en ten westen van Ai sloeg hij zijn tent op. Hij bouwde er een altaar voor de HEER en riep er zijn naam aan. Steeds verder reisde Abram, in de richting van de Negev.

Lied:  ♫  50 Blijf niet staren

Blijf niet staren op wat vroeger was.
Sta niet stil in het verleden.
Ik, zegt Hij,ga iets nieuws beginnen -
het is al begonnen, merk je het niet?

Deelmoment  (Frans)

Het valt mij op dat het God is die de stap zet naar Abram en hem iets vraagt dat alles behalve evident is.

Abram had het goed, hij was gesetteld en ook was hij op zich een nomade, toch vroeg God hem om op weg te gaan, zijn weilanden te verlaten, zijn (aardse) zekerheden te doorbreken, uit zijn comfortzone te breken en een onzekere toekomst tegemoet te gaan.

Bovendien met een belofte van een groot nageslacht, wat gelet op de leeftijd van Abraham (75) en zijn ook al oude vrouw Saraï, menselijk gesproken niet meer zou gebeuren.

En toch. Abram aarzelt niet. Hij had zo’n vertrouwen in God dat hij op weg ging.

Maar … God roep ook ons. Ook tegen ons zegt Hij: hou niet vast aan wat je hebt, laat los wat niet wezenlijk is,
ga maar de weg die Ik je wijs, Ik-zal-er-zijn, Ik zal voor je zorgen en er zullen dingen gebeuren die je niet voor mogelijk houdt.

Voor de meesten van ons toch niet zo gemakkelijk. We zijn geneigd om naar voldoende zekerheid te zoeken. Loslaten, Gods Geest in ons aan het werk laten, kome wat komt, doet ons dikwijls huiveren, toch als het ingaat tegen wat wij voor onszelf als pad hebben uitgestippeld.

Bij deze lezing moest ik denken aan wat Sabine, de Kleine Zuster in de laatste viering van augustus zei. Ze speelde in op het slotgebed, waar gebeden werd dat God met ons zou meegaan. Maar zij draaide het om: laten we bidden dat wij met God zouden meegaan … een doordenkertje, maar ook … een wereld van verschil!

Vraagt Hij ons niet “Blijf niet staren op wat vroeger was, sta niet stil in het verleden. Ik, zegt Hij, ga iets nieuws beginne. Het is al begonnen, merk je het niet?

Ook wij worden uitgenodigd om naar het beloofde land te trekken. Neen, niet letterlijk naar het land van het Kanaän. Wel naar wat Jezus het koninkrijk van God noemde.

Christenen worden ook wel eens “mensen van de Weg” genoemd.
Effata omschrijft zichzelf ook als een gemeenschap van christenen onderweg …

In beweging blijven, aandacht hebben voor wat om ons heen gebeurt, voor wat het allemaal met ons doet … open (blijven) staan voor de mensen om ons heen, voor ver-nieuwende wegen, voor wat beter kan, voor … Niet verstarren, ons niet opsluiten of afsluiten, maar … open, ontvankelijk, met open vizier door de wereld gaan, …
Steeds weer zoekend wat ‘elkaar liefhebben als God’ vandaag voor ons betekent … Op die manier bouwen aan het koninkrijk van God in onze tijd, in onze wereld.

Zo kunnen wij een dubbelslag doen:
“Thuis” komen, een ontmoetingsplek creëren waar mensen welkom zijn, tot rust kunnen komen, aanvaard worden zoals ze zijn, soms blij, soms verdrietig, bezorgd of angstig.
“Doorbreken” door naar ons diepste innerlijk te kijken, en tegelijk ons nederig en ontvankelijk open te stellen voor al wie op onze weg komt.

Thuiskomen bij onze God en zo ook bij de mensen is een levenslange pelgrimstocht. Zoeken vanuit het vertrouwen dat God mij kent, van mij houdt en mij, los van alle omwegen die ik maak, mij terug op de juiste weg zal proberen brengen.

Er is niet maar één weg, er is voor ieder een eigen weg, maar we kunnen wel tochtgenoten zijn en een deel van de weg samen gaan.

Laten we dat het komende werkjaar ook doen.

Dekken we dan nu de tafel om te breken en te delen, zoals Jezus ons dat heeft voorgedaan.

Offerandelied:  ♫  62 Om te leven

Tafelgebed  

In uw naam, God, zijn wij hier samen.
Tastend noemen wij u Vader, Moeder, Roepstem, Drager, Grond van leven.
Niemand heeft U ooit gezien,
maar elke dag opnieuw voelen wij
hoe Gij aanwezig zijt
waar mensen elkaar vinden en van elkaar houden,
waar mensen de handen in elkaar slaan en kleine stappen zetten
en de wereld omvormen tot een huis, een thuis voor iedereen.

Tafelgebed  219 Communiegebed

Onze Vader

Jezus vroeg ons - niet enkel brood te delen - om Hem te gedenken,
Hij leerde ons ook bidden tot zijn Vader,
die ook onze Vader is:  Onze Vader ...

Vredeswens

God, laat mij een instrument zijn van Uw vrede,
waar haat heerst, laat mij liefde zaaien,
waar onrecht is, vergeving schenken,
waar ruzie is, eensgezindheid,
waar twijfel is, vertrouwen,
waar wanhoop is, hoop,
waar duisternis, licht,
waar droefheid is, vreugde.

God laat mij een instrument zijn van uw vrede.

Geven wij die vrede aan elkaar door van hand tot hand, van hart tot hart.

Broodbreking

Het brood staat voor ons klaar.
Als wij eten van dit brood, het breken, en delen met elkander …

♫ 17  Dan zal er vreugde zijn op aarde …

Als brood gebroken wordt, zei Jezus
dan wordt liefde uitgedeeld,
dan worden mensen gered en bewaard.

Deel dan dit brood met elkaar;
volg na wat je in handen neemt
en tracht voor alle mensen zo goed als God te zijn.

Deel dan het brood op deze tafel …

Voorbeden

Maken wij het stil binnen in onszelf en brengen onze bede bij God ...

Lied:  ♫  123 Roep onze namen

Slotgebed

God,
wij danken Je dat Jij onze gids wilt zijn
dat Jij ons richting geeft
en de weg wijst die wij kunnen gaan.
“Ik zal er zijn”, ga maar de weg die Ik je wijs.
Heb vertrouwen.
Houd ons op de weg
waarop Jezus van Nazareth,
ons is voor gegaan.
Leer ons behoedzaam om te gaan
met elkaar en met allen
die Jij ons hebt toevertrouwd.
Laat ons thuiskomen bij elkaar en bij Jou. Amen.

Slotlied:  ♫  88 You'll never walk alone

You never walk alone – mag ik jullie uitnodigen om een glas te drinken in de pandgang.
Ga samen met iemand naar buiten, you never walk alone.

Ondertussen worden hier de tafels klaargezet voor de broodmaaltijd.

Dus eerst even het hoekje om en dan terug binnenkomen langs de grote deur.