26 zondag door het jaar B  (28/09/2024)

Inleiding  (Bernadette)

We horen in het evangelie van vandaag harde woorden van Jezus. Net zoals vorige week wil Jezus zijn leerlingen onderrichten en gebruikt daarbij enkele vergaande voorbeelden. We zullen die vandaag beluisteren ter illustratie maar eigenlijk hebben we al genoeg aan het eerste deel van het evangelie. Jezus geeft daar reeds een krachtig woord mee aan zijn leerlingen “Wie niet tegen ons is, is voor ons”, laten we luisteren hoe Marcus dit vandaag verwoordt.

Lezing:  Marcus 9, 38-43. 45. 47-48  (NBV21)

Johannes zei tegen Hem: ‘Meester, we hebben iemand gezien die in uw naam demonen uitdreef en we hebben geprobeerd hem dat te beletten omdat hij zich niet bij ons wilde aansluiten.’ Jezus zei: ‘Belet het hem niet. Want iemand die een wonder verricht in mijn naam kan onmogelijk het volgende moment kwaad van Mij spreken. Wie niet tegen ons is, is voor ons. Ik verzeker je: wie jullie een beker water te drinken geeft omdat jullie bij Christus horen, die zal zeker beloond worden.
Wie een van de geringe mensen die in Mij geloven ten val brengt, zou beter af zijn als hij met een molensteen om zijn nek in zee gegooid werd. Als je hand je ten val brengt, hak hem dan af: je kunt beter verminkt het leven binnengaan dan in het bezit van twee handen naar de Gehenna gaan, naar het onblusbare vuur.
Als je voet je ten val brengt, hak hem dan af: je kunt beter kreupel het leven binnengaan dan in het bezit van twee voeten in de Gehenna geworpen worden. En als je oog je ten val brengt, ruk het dan uit: je kunt beter met één oog het koninkrijk van God binnengaan dan in het bezit van twee ogen in de Gehenna geworpen worden, waar de wormen blijven knagen en het vuur niet dooft.

Homilie  (Bernadette)

In het evangelie van vandaag is Johannes in zijn wiek geschoten omdat iemand duivels uitdrijft in Jezus’ naam, terwijl hij toch geen volgeling van hen was. De manier waarop hij dat zegt, liegt er niet om: hij spreekt over iemand die ons niet volgt, en die geen volgeling is van ons. Hij laat Jezus dus duidelijk voelen waar het op staat: wij, de twaalf, en alleen wij, zijn de erfgenamen van uw Boodschap, want wij hebben alles achtergelaten voor U, en we zullen niet dulden dat iemand anders dezelfde rechten heeft als wij. Maar hij krijgt het deksel op de neus. ‘Wie niet tegen ons is, is voor ons,’ zegt Jezus kort. Het lijkt erop dat die heel belangrijke woorden van Jezus door de eeuwen heen de mist zijn ingegaan, want meer en meer is onze Kerk geëvolueerd tot een instituut waar alleen mannelijke geestelijken kunnen en mogen ‘profeteren’. Spijtig, want we leven in een tijd en in een maatschappij waarin het priestertekort almaar groeit. Gemeenschappen en kerken komen in ademnood, vieringen worden afgeschaft en kerken worden gesloten. Zal paus Fransiscus die momenteel in ons land verblijft hierop een waardig antwoord brengen ?
Wie niet tegen ons is, is voor ons.” betekent voor ons nog veel meer. Wie alleen maar kijkt naar wat van de Kerk is overgebleven en claimt dat alleen die kleine rest nog Kerk mag heten, doet tekort aan wat het evangelie aan vruchten opbrengt in de wereld. De kerk heeft misschien een te sterk institutioneel karakter gekregen met al haar wetten en regels, met haar ambten en voorrechten met haar eeuwige waarheden en voorgeschreven  rituelen met wie wel en wie niet katholiek zijn, haar precieze grenzen. En vergeten is ,en daardoor niet meer ervaren , dat de kerk Lichaam van Christus is, een levend organisme is, een beweging die de Geest van Jezus ademt, profetisch is, bevlogen, die een krachtige getuigenis van hoop is in de wereld. Herinneren we ons wat Jezus elders in het evangelie zegt: Ik had honger en gij hebt mij te eten gegeven. Dorst en gij gaf mij te drinken. Ziek en gij hebt mij bezocht. enz. Stomverbaasd vroegen de mensen tot wie Jezus zo sprak: wanneer hebben wij u te eten gegeven, of te drinken of bezocht? En het antwoord was: “Ik verzeker jullie, al wat je voor één van de minste broeders van mij hebt gedaan, hebt ge voor mij gedaan.” Het evangelie reikt verder dan de Kerk. Of liever, de Kerk omvat meer dan de kleine rest van onze dagen. Neem al die mensen, die zich het lot van de vluchtelingen aantrekken, geld en goed inzamelen, hun huis beschikbaar stellen: zij zijn vóór ons. Neem al die mensen, die ijveren voor vrede en recht in de wereld, hun stem verheffen tegen alle geweld, onderdrukking en corruptie vaak met gevaar voor eigen leven: zij zijn vóór ons zou Jezus zeggen. O, er zijn zovelen, die zonder dat ze er enig besef van hebben de woorden en daden van Jezus tot de hunne hebben gemaakt. Mensen die de demonen van geweld, haat, macht, verdrijven. Van hen mogen we met recht zeggen: Zij zijn vóór ons. Maar evenzeer is het waar, dat de beweging niet is stil gevallen. Er wordt nog steeds naar de naaste van harte omgezien. Er wordt getroost, gesteund, bemoedigd, geholpen, vergeven. Laten wij als gemeenschap hieraan van harte meehelpen. Misschien is dit wel een sterke boodschap in dit weekend dat paus Franciscus onder ons is.

Tafelgebed

Laten we aan tafel gaan,
en de herinnering en de toekomst vieren,
dat wat ons beloofd is,
dat wat onze verantwoordelijkheid is,
het Woord dat ons daartoe oproept.

Laten we in herinnering brengen
Hij die ons voorbeeld is
van zorg voor kwetsbaren:
Jezus, Messias, Mensenzoon.

Laten we dat doen met alle dierbaren
die hier nu niet kunnen zijn,
met onze lieve doden,
met mensen die overal elders
nu brood breken en delen.

Laten we dat doen voor deze wondere
maar zo vaak gekwetste wereld;

laten we dat uitzingen met …

Tafelgebed:  ♫  110 Die naar menselijke gewoonte

Onze Vader

Als wij hier vieren rond deze tafel van de Heer,
dan willen wij vooral Jezus’ leven en dood herdenken. Hij roept ons tot vandaag op, om Hem te volgen.
Hij leerde ons God kennen als zijn Vader, als onze Vader.
In die Geest willen we daarom samen bidden …

Onze Vader …

Vredeswens

God,
we weten wel dat minachting, uitsluiting en discriminatie nooit leiden tot vrede.
Jij moet niets hebben van mensen die anderen vernederen.
Leer ons inzien dat die mentaliteit regelrecht indruist tegen de droom van jouw Koninkrijk.
Leer ons daarom jouw woorden en jouw levenswijze serieus te nemen, ze na te volgen, en onze medemensen in hun waarde te laten.

Moge Gods vrede dan bij ons zijn.

En geven we elkaar alvast een hartelijk teken van onze vredeswil.

Broodbreking

Jij die ons gezegd hebt wat leven is:
te doen wat goed is, recht, elkaar bevrijden.

Laten we vieren dat we van ieder moment
een nieuw begin kunnen maken.
Laten we brood van leven zijn voor elkaar …

Het brood staat voor ons klaar.
Als wij eten van dit brood
het breken, en delen met elkander …

17   Dan zal er vreugde zijn …

Laten wij brood en liefde zijn voor elkaar.

Aanvaard dit brood, met het besef
dat je een geliefd kind van God bent,
als deel van een gemeenschap.

Kom dan en deel dit brood met elkaar …

Bezinning

Er gebeurt veel goeds
bij mensen die opkomen voor de medemens,
die kwaad verdrijven
en eenzaamheid ombuigen in verbondenheid.

Er gebeurt veel goeds,
ook bij velen
die niet tot onze gemeenschap behoren.
Wij hebben het monopolie
van de naastenliefde niet.

Velen zijn er die God niet kennen
en Hem toch laten gebeuren,
en toch zijn Naam ‘Ik zal er zijn’
in praktijk brengen.

In ‘God doen’
zijn wij elkanders bondgenoten.

(bij Marcus 9, 38-43)

Uit: “In zijn Naam” – Carlos Desoete

Slotgebed

God, laat er een plek blijven,
waar de lamp van jouw liefde brandend wordt gehouden,
waar het gerucht van een nieuwe dag niet is verstomd,
waar verlangen en hoop gewekt worden.
Laat het hier zo’n plek zijn.
Laat het licht van jouw ogen, genadig en genezend stralen over deze wereld.
Beziel ons met wat Jou beweegt,
zodat wij bewogen blijven
om jouw aarde,
om jouw mensenkinderen.
Amen.
(naar Filosofenfontein)