28 zondag door het jaar B  (12/10/2024)

Inleiding  (Jackie)

Vandaag horen we dat Jezus onderweg is met zijn leerlingen, onderweg naar Jeruzalem, de stad van zijn lijden en sterven.
En onderweg krijgen we het verhaal dat wij kennen als ‘het verhaal van de rijke jongeling’. Ik had zo stiekem gehoopt dat dit verhaal een verzinsel was van Marcus, als je het straks beluisterd, zul je wel begrijpen waarom.
Maar nee hoor! We vinden het niet alleen bij Marcus in hoofdstuk 10, maar in dezelfde context, bijna letterlijk ook bij Matteüs 19 en Lucas 18.

Laat ons luisteren.

Lezing:  Marcus 10, 17-27  (NBV21)

Toen Hij zijn weg vervolgde, kwam er iemand naar Hem toe die voor Hem op zijn knieën viel en vroeg: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed, behalve God. U kent de geboden: pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, bedrieg niemand, toon eerbied voor uw vader en uw moeder.’ Toen zei de man: ‘Meester, sinds mijn jeugd heb ik me daaraan gehouden.’ Jezus keek hem liefdevol aan en zei tegen hem: ‘Eén ding ontbreekt u: ga naar huis, verkoop alles wat u hebt en geef de opbrengst aan de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten; kom daarna terug en volg Mij.’ Maar de man werd somber toen hij dit hoorde en ging terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen.

Jezus keek de kring rond en zei tegen zijn leerlingen: ‘Wat is het moeilijk voor rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ De leerlingen schrokken van zijn woorden. Maar Jezus zei nog eens uitdrukkelijk: ‘Kinderen, wat is het moeilijk om het koninkrijk van God binnen te gaan: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ Nu waren ze nog meer ontzet, en ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ Jezus keek hen aan en zei: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God, want bij God is alles mogelijk.’

Duiding  (Jackie)

Hier staan we dan, rijke jongelui, wij allemaal, de ene al wat jonger dan de andere, de ene al wat rijker dan de andere … Hier staan we, eigenlijk voor een bijna onmogelijke opdracht. Moeten wij echt al onze bezittingen verkopen en aan de armen geven om volgeling van Jezus te zijn, om het volle leven in te stappen? Moeilijk hè! Arm zijn kan toch geen doel zijn?
Om wat inzicht te krijgen in dit wondere verhaal van de rijke jongeling werd ik deze week geïnspireerd door 3 mensen: Roger Burggraeve, Salesiaan, filosoof, theoloog, Paul Heysse, priester, leraar en Erik Galle, priester, auteur met deze week een inspirerende duiding in het parochieblad.
Eerste vraag die we ons stellen: wie was die rijke jongeling? Wel, de rijke jongeling was iemand zoals wij, iemand die welgesteld was, maar meteen ook gewaardeerd, gerespecteerd en erkend in zijn leefomgeving. Iets waar wij toch allemaal een beetje naar streven, wees eerlijk. Wij willen het goed doen, goede kwaliteiten verzamelen, het goed hebben zodat de mensen ons daarvoor waarderen, respecteren en erkennen. Zo zijn we toch allemaal een beetje die ‘rijke jongeling’.
En toch gaat deze rijke jongeling, in zijn volheid, met een vraag naar Jezus, vermoedelijk een eerlijke vraag. Kan ik nog beter, kan ik nog meer goede kwaliteiten verzamelen? Ik denk toch dat hij stiekem hoopt dat Jezus hem zal feliciteren, erkennen, bevestigen dat hij goed bezig is. En als dan iemand met zoveel gezag en autoriteit zoals Jezus hem bevestigt dan is dit toch wel een sterke referentie, past heel goed in zijn, in onze verzameling.
Het antwoord van Jezus dat we dan krijgen is dan toch wel bijzonder: Jezus moet er niet van weten om goede meester genoemd te worden. Voor mij of voor mijn referentie moet je het niet doen … en hij verwijst ons dan naar de geboden.

Onderhoud de geboden zegt hij. Hij verwijst wel naar de 2de tafel van de geboden, en al die geboden die hij opnoemt zijn geen ‘geboden’, maar wel ‘verboden’: pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen valse getuigenis af, bedrieg niemand,
Bijzonder, want weet je, een verbod biedt veel meer ruimte en vrijheid dan een gebod. Een beetje zoals een doodlopende straat waar je niet in moogt, als je het toch doet, dan loop je vast. Zoals Roger Burggraeve zegt: een verbod bakent de onderste grens af, maar het vult niet in welke mogelijkheden je wel hebt, wat liefde echt inhoudt. Het schept enkel voorwaarden voor de liefde, dat moet je toch minstens doen, en dat is natuurlijk ook cruciaal.
Maar, wat moeten we dan wel doen?
Wel, om dat te weten is het nodig dat elke generatie, in altijd andere omstandigheden, altijd andere tijden, ook de onze, telkens opnieuw nagaat hoe er concreet gehandeld kan worden om niet aan die onderste grens te raken, en hoe je de ruimte die je krijgt in vrijheid en creativiteit met liefde invult.

Om die ruimte en creativiteit is het Jezus te doen. Hij zegt ons vandaag als tegen de rijke jongeling: wat je ontbreekt is het gebrek. Je bent een verzamelaar, een ‘collectioneur’ (zoals Roger Burggraeve het zo mooi noemt), die op zijn bezit zit, ook zijn moreel bezit, vol van jezelf, je talenten en je ethische heldendaden.
Wel, word eindelijk eens vrij! Maak je los van alles wat je zo rusteloos probeert na te jagen, maak je los van je bezit, ontdoe je van het bewustzijn van je talenten, geef alles waar je zo vol van bent uit handen,
… En creëer daardoor ruimte waardoor je meer openstaat voor de andere.
Dan ben je niet meer de rijke, de persoon die zijn identiteit ontleent aan zijn bezit, en zich daardoor beter voelt dan de andere.
Dit is ook de boodschap voor ons vandaag, wetend dat dit ook niet zo eenvoudig is in een samenleving waar heel veel draait om geld, macht en consumptie, waar de drang om te bezitten, om gelijk te hebben, andere mensen klein houdt. Maak deze week het verdienmodel dat ons zo wordt opgedrongen aan het wankelen, maak ruimte om er te zijn in plaats van ‘om te hebben, te bezitten’!

Dat wensen we elkaar vandaag toe en zo dekken we de tafel.

Tafelgebed: ♫  139 Genade, vrede, iedereen! 

Onze Vader  (Mia)

Heer, Jij roept ons in jouw evangelie op
om ons niet teveel te hechten aan alles wat we hebben,
om niet krampachtig vast te houden aan ons bezit.
Want dit belet ons bereid te zijn om te delen met anderen
en te zien wat ECHT belangrijk is in het leven.
Omdat Je wist hoe moeilijk dat voor ons is,
leerde je ons bidden: “Breng ons niet in beproeving”.
Daarom bidden we ook nu:  Onze Vader ...

Vredeswens  (Mia)

Hoe meer mensen zich krampachtig vasthouden aan hun bezit
en hoe minder ze bereid zijn te delen, hoe onrechtvaardiger de samenleving wordt.
Onrechtvaardigheid leidt tot opstand, tot oorlog.
Enkel rechtvaardigheid maakt vrede mogelijk.
Bidden we dan om die vrede.

Moge die vrede met ons zijn.
Geven we elkaar een teken van vrede.

Broodbreking  (Mia)

Om zijn oproep tot delen met elkaar kracht bij te zetten,
gaf Jezus ons een teken: Hij brak het brood en gaf het ons.
Hij vroeg ons dit te doen om Hem te gedenken.
Dit gaan we nu ook doen:
wetend dat, wanneer wij breken en delen in Zijn Naam,
Hij in ons midden is.

♫ 17   Dan zal er vreugde zijn op aarde …

Bezinning

Wat me het meeste verbaast
bij de westerse mens,
is dat hij zijn gezondheid opoffert
om veel geld te verdienen
en vervolgens dat geld weer uitgeeft
om zijn gezondheid terug te krijgen.
Door altijd maar met de toekomst bezig te zijn,
beleeft hij het heden niet.
Hij leeft dus noch in het heden,
noch in de toekomst.
Hij leeft alsof hij nooit zal moeten sterven
en sterft alsof hij nooit geleefd had. 

Dalai Lama

Slotgebed  (Mia)

God,
we beseffen dat hoe meer we bezitten,
hoe groter de kans is dat we ons aan dat bezit gaan hechten
en niet meer bereid zijn tot echte solidariteit.
Dan wordt binnengaan in Jouw Nieuwe Wereld
van vrede en gerechtigheid zo moeilijk als
voor een kameel door het oog van de naald gaan.
Help ons God, om ons niet langer vast te klampen aan  wat we hebben, maar om in het voetspoor van Jezus,
mensen te worden van breken en delen, echte christenen.
Amen.