6 zondag door het jaar B (10/02/2024)
Inleiding (Jean-Lou)
Blijf in uw kot! Vermijd alle contact met anderen, ge zijt besmet, ge zijt ... enkele jaren geleden was dat gedurende enkele maanden de teneur, covid versmachtte de samenleving wereldwijd.
Wat moet dat dan geweest zijn in Jezus tijd als melaatse steeds maar weer “onrein, onrein” moesten roepen als je de straat opkwam en iemand ontmoette.
In de lezing van Marcus vandaag komt een melaatse man naar Jezus toe zo overtuigd dat Hij hem kan genezen.Hij heeft de schrik voor wat “men” zal zeggen afgelegd. Zijn vraag is niet of Jezus hem kan genezen, maar of Hij hem wil genezen. Want volgens de joden is de man een gestrafte van God, een zondaar, maar deze man twijfelt niet aan de goddelijke kracht die van Jezus uitgaat.
Laten we luisteren naar dit korte verhaal …
Lezing: Marcus 1, 40-45 (NBV21)
Er kwam iemand naar Hem toe die door een huidziekte onrein was; hij smeekte Hem om hulp en zei, terwijl hij op zijn knieën viel: ‘Als U wilt, kunt U mij rein maken.’ Jezus kreeg medelijden, stak zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein.’ En meteen verdween zijn ziekte en hij was rein. Jezus stuurde hem weg met de ernstige waarschuwing: ‘Denk erom dat u er met niemand over praat, maar ga u aan de priester laten zien en breng als getuigenis voor de mensen het reinigingsoffer dat Mozes heeft voorgeschreven.’ Maar toen de man vertrokken was, ging hij overal breeduit rondvertellen wat er gebeurd was, waardoor Jezus niet langer openlijk in een stad kon verschijnen, maar op eenzame plaatsen buiten de steden moest blijven. Toch bleven de mensen van alle kanten naar Hem toe komen.
Homilie (Jean-Lou)
De Damiaanactie is net een 2-tal weken geleden gehouden. Het is eigenlijk fantastisch om dat te kunnen zeggen. Daarmee bedoel ik dat het fantastisch is dat wij – de mens – er in geslaagd is een middel te vinden om deze ziekte te bestrijden. Ik bedoel er uiteraard niet mee dat ik blij ben dat melaatsheid nog bestaat. Het is fantastisch omdat de Damiaanactie en anderen niet alleen een huidaandoening kunnen genezen, maar daardoor vaak ook een isolement kunnen doorbreken. Maar hoe hard de regels uit het joodse wetboek mogen lijken, het was nodig om de aandoening in te dijken. Hoe belangrijk het is, hebben we laatst nog ondervonden toen covid de ronde deed. Er zijn vandaag nog melaatsen, we kunnen het letterlijk nemen, of we kunnen op zoek gaan naar de melaatsen van vandaag. Zijn er vandaag in onze samenleving mensen of groepen van mensen die gemeden worden, geïsoleerd? Mensen die gemeden worden omwille van onze eigen veiligheid?
Reeds de kleinste misstap, de kleinste abnormaliteit en elke kleine mislukking is voldoende om grote delen van het volk mee in het ongeluk te storten. En de Bijbelse geschiedenis toont het ook aan. Er is nooit een tijd geweest waarin het volk Israël echt een heilig volk zou zijn geweest. Daar hebben ook al die reinheidsgeboden geen verandering in gebracht. Telkens weer vielen grote delen van het volk van het geloof af, liepen andere goden achterna, aanbaden afgoden en werden op die manier onrein. Al die reinheidsvoorschriften hebben het volk Israël niet kunnen beschermen.
De theologen van het oude testament troostten zich dan met de uitspraak dat het tenslotte niet op de grote massa aankwam, maar op de kwaliteit. En er zou altijd wel een heilige rest overblijven. Een heilige rest zou de reinheid werkelijk bewaren – en dat was het dan ook waar het, volgens hen, bij God op aankwam.
Dat doet me denken aan zo menige uitspraak die we ook vandaag weer horen. Wanneer sommigen zeggen dat de Kerk van de toekomst weliswaar een kleine, maar dan wel een heilige Kerk zal zijn, dan denk ik aan die heilige rest uit de Bijbelse geschiedenis. Er blijft alleen maar een rest over, maar juist op die rest komt het, volgens die oude joodse theologen, tenslotte aan. En daarom kan alles wat niet voldoet aan hun reinheidsgeboden, gewoon worden uitgesloten en uit gesorteerd. Sommige tendensen in onze Kerk gaan intussen ook in die richting.
Maar Jezus opteert voor een andere houding. Hij sluit de melaatse niet uit, maar Hij geneest hem. En Hij maakt ons op die manier duidelijk dat een dergelijke genezing alleen maar lukt, wanneer ge de andere, zelfs de onreine, niet uitstoot, maar hem integendeel, dichterbij laat komen.Hij laat de melaatse zelfs zo dichtbij komen dat Hij hem kan aanraken. En door die aanraking wordt Hij, naar Bijbelse begrippen, zelf ook onrein. Maar juist op die manier geneest Hij de man. Want genezing gebeurt niet door de zieke gewoon aan de kant te schuiven en hem aan zijn lot over te laten. Genezing kan alleen daar, waar ik de situatie goed bekijk, waar ik naar de oorzaak zoek en me dan volledig met de zieke bezighoud. Maar daartoe moet ik het zieke, het melaatse, het met schuld beladene eerst nabij laten komen. Alleen zo kunt ge zieken genezen.
Dat zou ons toch al moeten duidelijk zijn vanuit de omgang met onszelf. Al datgene wat me aan mezelf niet bevalt, zal nooit veranderen wanneer ik het gewoon verdring. Want alles wat verdrongen wordt, werkt onderhuids voort en verziekt uiteindelijk alles. Ik moet ook mijn schaduwkanten onder ogen zien, mijn fouten kunnen erkennen en voor mezelf goed beseffen dat ook ik schaduwkanten heb, dat die met schuld beladen en helemaal niet toffe kerel in de spiegel, dat ik dat ook ben. wanneer ik dat niet nuchter onder ogen kan zien, zal ik nooit een degelijk fundament hebben om verder op te bouwen.
En wat voor mij geldt, dat geldt voor elk organisme – ook voor het organisme Kerk. Wij zijn geen reine kerk, en ook geen kerk van heiligen. Wij zijn een kerk van zondaars, en wie iets anders beweert, die loopt met oogkleppen door de omgeving.
De Paus is een zondaar, de Bisschoppen zijn zondaars, de geestelijken zijn zondaars en iedereen die hier zit ook. Maar niemand van ons moet daarom buiten blijven. Niemand, zelfs de grootste misdadiger moet daarom worden uitgesloten. Want Jezus laat ons nabij komen. Hij zoekt de zondaars op, want alleen zo kan Hij hen genezen.
Want dat is de andere mogelijkheid. Ofwel blijft ge, zoals de farizeeën, ver weg van alles wat onrein is, of ge komt nabij en geneest het. Jezus heeft voor die tweede mogelijkheid gekozen.
Maar alleen daar, waar het zieke en het onreine niet wordt verdrongen, alleen daar waar het ook een plaats krijgt en open tegemoet kan worden getreden, daar kan het op den duur ook worden genezen.
Laten we dan nu samen de tafel dekken en het brood delen om samen de kracht te vinden om Jezus weg te volgen en niet tevreden te zijn met de “heilige rest”.
Bezinning
Franciscus van Assisi is op wandel met zijn paard.
Opeens staat een melaatse voor hem.
Franciscus is bang en rijd verder.
En dan “Schijnheilige” dacht hij.
Je bent ontroerd door wat Jezus gezegd en gedaan heeft
En jij vlucht weg, ga terug.
Toen zag hij, in de melaatse, Jezus in al zijn lijden en kuste hem.
Franciscus realiseert zich :
Wil ik Jezus volgen dan moet ik niet enkel luisteren,
maar ook die woorden in daden omzetten.
Wanneer men zich bevindt in een vergelijkbare situatie,
kan een woord, een handeling uit de Bijbel
inspireren tot een houding waarbij men zichzelf overstijgt.