Openbaring van de Heer B - 'Naar wie luisteren wij? (06/01/2024)
Inleiding (Frans)
Vandaag vieren we het feest van de Openbaring.
Jezus is onder ons gekomen om iedereen de Blijde Boodschap van Gods Liefde te brengen. Iedereen ... alle mensen ... ook elk van ons.
Op kerstmis vertelde Luc over de herders, gewone mensen, die als eerste het nieuws over Jezus hoorden, de ster volgden en hem gingen bezoeken in de stal waar hij werd geboren.
Vandaag vertelt Matteüs over de magiërs uit het oosten die op zoek zijn naar de pasgeboren koning van de Joden, naar Jezus. In onze volkstraditie zijn dat geen magiërs of wijzen meer, maar koningen geworden.
Ook zij volgden een ster. Ze werden in Jeruzalem – in het geheim! - door koning Herodes ontvangen. Die had macht en wilde die ook graag behouden. Dus zag hij in dat kleine kindje een gevaar …
Luisteren we naar het verhaal volgens Matteüs.
Lezing: Matteüs 2, 1-12 (NBV21)
Toen Jezus geboren was, in Betlehem in Judea, tijdens de regering van koning Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de koning van de Joden die onlangs geboren is? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om Hem te aanbidden.’ Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de messias geboren zou worden. ‘In Betlehem in Judea,’ zeiden ze tegen hem, ‘want zo staat het geschreven bij de profeet: “En jij, Betlehem in het land van Juda, bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.”’ Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich; hij wilde precies van hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was, en stuurde hen vervolgens naar Betlehem met de woorden: ‘Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind. Stuur mij bericht zodra u het gevonden hebt, zodat ook ik erheen kan gaan om het te aanbidden.’ Nadat ze de koning hadden aangehoord gingen ze op weg, en nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was. Toen ze de ster zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde. Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich in aanbidding voor het kind neer. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het geschenken aan: goud en wierook en mirre. En omdat ze in een droom de aanwijzing hadden gekregen dat ze niet naar Herodes terug moesten gaan, reisden ze via een andere route terug naar hun land.
Deelmoment (Frans)
Matteüs vertelt veel op korte tijd:
- Magiërs, wijzen uit het Oosten, dus vreemdelingen, die de pasgeboren koning van de Joden kwamen zoeken en het eerden met kostbare geschenken. God is dus voor iedereen in de wereld gekomen.
- Voor koning Herodes, die op dat moment regeerde, was dat pasgeboren kind duidelijk een bedreiging, hij wilde het kunnen uit de weg ruimen en hoopte op informatie van de magiërs om dat gemakkelijker te kunnen doen.
- De magiërs, gewaarschuwd in een droom, kozen voor het positieve, het leven en namen een andere weg om terug naar huis te gaan.
We zien hoe de ingesteldheid van Herodes (ik moet mijn macht beschermen) en zijn verwachtingen (iedereen is zoals ik, belust op de macht en dus zal die pasgeboren koning mij van de troon willen stoten) zijn denken en doen bepaalt … en niet in de goede zin.
Laten we ons ook soms meeslepen door vooroordelen, door zaken waar we aan vast zitten, en behandelen ook wij anderen daardoor soms op een verkeerde manier?
Herodes was vergeten waar een goede “koning” binnen de joodse traditie voorstaat, wat van een goede koning verwacht wordt.
De joden vonden dat een koning moest lijken op God. Hij moest wegen zoeken van gerechtigheid en liefde, voor kleine mensen bereikbaar zijn en omzien naar wie het moeilijk heeft. Zo was Herodes niet.
Dat zagen de christenen in Jesus wel. Die be-leefde, leefde voor wat een dienende opstelling is en wat die aan goeds kan teweeg brengen.
Daar gaat een reddende, helende kracht van uit.
Twee tegenovergestelde meningen, levenshoudingen.
Wij krijgen ook vandaag opnieuw een keuze voorgelegd: naar wie willen we luisteren, wie willen we volgen?
- De Herodessen van onze tijd, waar macht op de eerste plaats komt, die geweld gebruiken om hun doel te bereiken, ongeacht de gevolgen voor mensen die toevallig in hun weg staan?
- Of Jezus – God redt – die de weg van de liefde, van het dienend aanwezig zijn, het werken aan Gods Koninkrijk op aarde, voorstaat?
- Een weg die op korte termijn tot successen leidt of een op zich moeilijker weg, die op langere termijn naar echt leven leidt?
Ik weet het, besef dat het zwart-wit is voorgesteld en een beetje tendentieus, duwend in een bepaalde richting.
Maar in het leven van elke dag zijn er dikwijls vele tinten grijs aanwezig en is kiezen niet altijd zo eenvoudig.
God geeft ons telkens opnieuw de keuze om te kiezen uit het goede (wat tot verbondenheid leidt en op langere termijn rendeert) en het kwade (wat op termijn niet loont en binnenin tot verknechting lijdt, hoe mooi het er langs de buitenkant ook kan uitzien).
We zijn vrije mensen. We mogen kiezen.
En 2024 is een jaar waarin er veel gekozen mag en moet worden.
We worden opnieuw opgeroepen om te kiezen voor wat écht belangrijk is, voor wat uiteindelijk het verschil kan maken, voor onszelf en voor de mensen om ons heen.
Onze problemen, mogelijke oplossingen, twijfels, verlangens en gevoelens daarrond in gebed aan God voorleggen, luisteren naar wat hij ons aanraadt, kan ons helpen om een goede keuze te maken.
Samen op weg gaan, onze ideeën aftoetsten, elkaar be-luisteren, zoeken naar een gezamenlijke weg om verder verbonden te leven ,
kan ons helpen om goede keuzes te maken.
Laten we in de komende periode, zoals de magiërs die Jezus kwamen vereren, luisteren naar wat God ons wil zeggen, zodat we de juiste weg kiezen om dichter bij Gods droom te komen.
Dekken we dan nu de tafel om te breken en te delen.
Bezinning: De vierde koning (anoniem)
Al heel lang vertelt men in Bethlehem
over een vierde koning.
Net als de drie anderen
wilde hij ook de pasgeboren Koning bezoeken.
Maar onderweg deden zoveel arme mensen
een beroep op hem,
dat hij ook zijn geschenken voor de pasgeborene weggaf.
Uiteindelijk durfde hij niet meer
naar de pasgeboren Koning te gaan.
Maria zag hem in de verte aankomen.
Toen ze hem zag twijfelen, wenkte zij hem.
Hij kwam naar haar toe en zei:
‘Ik wilde het Kind bezoeken, maar ik heb niets meer om het te geven.’
En hij vertelde wat hem onderweg was overkomen.
Toen zei Maria:
‘Weet je, de geschenken die je aan de armen hebt gegeven,
heb je eigenlijk al aan Jezus gegeven.’