25 zondag door het jaar C - 'Je kan niet God én de mammon dienen' (17/09/2022)
Openingslied: ♫ 23 Laat elk talent beschikbaar zijn
Laat elk talent beschikbaar zijn
en ieder mens te vinden zijn
om onrecht, oorlog, martelpijn
met woord en daad te weren.
Dat al wie in God gelooft,
en in zijn rijk aan ons beloofd,
met inzet van hart en hoofd
zich tot de minste keren.
Laat ieder deel van leven zijn,
van sterk tot zwak, van groot tot klein.
Laat ieder meester dienaar zijn,
verlegen om de vrede.
Dat niemand in dit bestaan
apart en eenzaam hoeft te staan,
dat allen met allen gaan,
met hart voor lijf en leden.
Laat alle kracht gebundeld zijn
en liefde niet gekunsteld zijn,
om dwars door leugen, schone schijn
een wereld op te bouwen
waar tweedracht en haat verstomt
en recht niet langer wordt verkromd,
zodat er een einde komt
aan weegeroep en rouwen.
Inleiding (Frans)
Vorig week hoorden we de verhalen van het verloren schaap, de verloren drachme en de verloren zoon. Drie keer mensen die tot inkeer kwamen. Drie keer ze daarna feest vierden.
Vandaag horen we het verhaal dat we kennen als de “onrechtvaardige rentmeester” en lijkt er niet veel reden om feest te vieren.
Een rentmeester regelt de dagdagelijkse zaken voor een eigenaar, of van de koning, voor wie hij de huur, de pacht of de belasting moest innen.
Boven het bedrag dat hij aan zijn meester moest afdragen vroeg hij van de betalers ook een soort rente – wat we nu een commissie zouden noemen - voor zichzelf.
Het kwam nogal eens voor dat rentmeesters voor zichzelf hogere bedragen dan normaal vroegen. Eigenlijk in uitbuiting vervielen. Ook deze rentmeester had duidelijk overdreven, waardoor hij werd aangeklaagd bij de eigenaar, die hem moeilijk zou kunnen aanhouden als rentmeester.
In de lezing komt ook de “mammon” voor. Die zit niet meer in ons gewoon taalgebruik. Het woord komt van het Aramees woord voor ‘rijkdom’ of ‘geld’.
Maar als dat als het ware een afgod wordt, wordt dat verpersoonlijkt tot dé ’Mammon’ of in onze taal de ‘geldduivel’.
Luisteren we naar het verhaal volgens Lucas
Lezing: Lucas 16, 1–13 (NBV21)
Hij richtte zich ook tot zijn leerlingen: ‘Er was eens een rijke man die een rentmeester had en te horen kreeg dat de rentmeester zijn eigendommen verkwistte. De rijke man riep de rentmeester bij zich en zei tegen hem: “Wat hoor ik over jou? Leg verantwoording af van je beheer, want je kunt niet langer rentmeester blijven.” Toen zei de rentmeester bij zichzelf: Wat moet ik doen nu mijn heer mij het beheer afneemt? Werken op het land kan ik niet, en voor bedelen schaam ik me. Maar ik weet al wat ik moet doen om ervoor te zorgen dat de mensen, wanneer ik van mijn beheerderstaak ben ontheven, mij bij hen thuis ontvangen. Een voor een riep hij de schuldenaars van zijn heer bij zich. De eerste vroeg hij: “Hoeveel bent u mijn heer schuldig?” “Honderd vaten olijfolie,” antwoordde de schuldenaar. De rentmeester zei tegen hem: “Hier is uw schuldbewijs, ga zitten en maak er gauw vijftig van.” Daarna vroeg hij aan de volgende schuldenaar: “En u, hoeveel bent u schuldig?” “Honderd balen graan,” luidde het antwoord. De rentmeester zei: “Hier is uw schuldbewijs, maak er tachtig van.” En de heer prees de oneerlijke rentmeester omdat hij slim had gehandeld. De kinderen van deze wereld gaan immers slimmer met elkaar om dan de kinderen van het licht. Ook Ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is.
Wie betrouwbaar is in het geringste, is ook betrouwbaar als het om veel gaat, en wie oneerlijk is in het geringste, is ook oneerlijk als het om veel gaat. Als jullie onbetrouwbaar blijken in de omgang met de valse mammon, wie zal jullie dan werkelijk belangrijke dingen toevertrouwen? En als jullie onbetrouwbaar blijken met wat een ander toebehoort, wie zal jullie dan geven wat jullie zelf toekomt? Geen enkele knecht kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon.’
Deelmoment (Frans)
Ik had het eerst moeilijk met het verhaal: het wrong mij dat de rentmeester, die blijkbaar sjoemelde met de schuldbekentenissen om er zelf beter van te worden, geprezen werd ‘omdat hij slim had gehandeld’. Maar wat dreef hem?
- Zocht hij alleen maar een manier om mensen aan hem te verplichten zodat ze hem na zijn ontslag zouden helpen?
- Of had er door de schok van de aanklacht een ommekeer plaats gevonden, zodat hij inzag dat hij vroeger woekerwinsten had gemaakt en probeerde hij dat nu recht te zetten terwijl hij dat nog kon?
Hoe dan ook, hij bleef niet bij te pakken zitten en het verhaal maakt ook duidelijk dat verandering, ommekeer mogelijk is.
Maar vooral is het een oproep om, hier en nu, zelf te kiezen welke weg we willen volgen, wie we willen dienen: God of de mammon, of anders gezegd
- de Liefde die gericht is op delen en het geluk van anderen
- of de geldduivel, die gericht is op eigen gewin en comfort
Met het hoofd lijkt het voor een christen een simpele keuze.
Maar in de praktijk van elke dag is dat niet zo simpel, want het is dikwijls niet zwart-wit en iedereen wil toch voldoende comfort voor zichzelf en zijn/haar dierbaren?
Waar Jezus op doelt, denk ik, is vooral onze basishouding: denken we na vooraleer we ons geld en wat ons ter beschikking staat uitgeven? Gebruiken we dat voor de juiste, voor ‘nobele’ doeleinden?
God stelt armoede niet als streefdoel, integendeel, Hij wil dat we wat er is delen met elkaar, zodat ieder heeft wat nodig is.
God gunt ons ook voldoende comfort. Maar bij onze afweging van wat voldoende is, moeten we ook rekening houden met de situatie van anderen. Ook zij moeten voldoende hebben, zij hebben onze solidariteit nodig.
Goedkope kleren kopen waarvan we weten dat mensen in de Derde Wereld daarvoor uitgebuit worden, ook als we fair-trade kunnen betalen, kan dat dan wel?
Zomaar voedsel verspillen wanneer we weten dat er vele mensen zijn die honger lijden, kan dat dan wel?
Niet zuinig omgaan met energie omdat we het nog kunnen betalen, kan dat dan wel?
In de mate dat we écht geloven dat God ons graag ziet, ongeacht wie of wat we zijn of wat er in het verleden ook gebeurde, wordt het gemakkelijker, vanzelfsprekender om ons ook op dit vlak door God te laten leiden en keuzes te maken waar niet alleen wijzelf maar ook anderen beter van worden.
Het is niet éénmaal voor kiezen, maar iets waar we regelmatig moeten bij stilstaan om te zien of we – in de feiten – nog wel goed bezig zijn. En gelukkig kunnen we altijd weer bijsturen.
Het gaat ook over onze planeet en haar natuurlijke rijkdommen. Die is niet van ons alleen, maar is er voor iedereen. We mogen er gebruik van maken en moeten er voor zorgen. Zodat niet alleen wij, maar alle mensen er kunnen van genieten. Nu, vandaag, maar ook de volgende generaties.
Een hele uitdaging! Vooral omdat er niet alleen de blijvende oproep is van de God van Liefde, maar ook dat geniepig, onderhuids stemmetje dat ons probeert gerust te stellen wanneer om ons eigenbelang voorop te stellen.
Maar tegelijk zie je ook hoe mensen wegen zoeken om ondanks alles toch aan Gods droom te werken
… door zich in te zetten als vrijwilliger …
… door te kijken wat ze zelf kunnen doen in moeilijke omstandigheden
… door geen slaaf te zijn van hun geld, maar dat te gebruiken ten voordele van anderen, vb om hun kinderen te laten studeren, of om hen op weg te zetten als ze op
eigen benen gaan staan, door andere mensen “gratis” te helpen, een goed doel te steunen, enz.
Laten we deze week eens wat tijd nemen om na te gaan hoe wij onze rol als rentmeester opnemen, wat we willen behouden, wat we willen veranderen en welke concrete, kleine stap we daar nu willen voor zetten.
En dekken we dan nu de tafel om brood te breken en te delen.
Bezinning: De maat van je hart (naar Theo Willemen)
Is de maat van je hart
klein en bekrompen,
dan is je leefwereld
kleinzielig en gesloten.
Is de maat van je hart
open en hoopvol,
dan deel je je leven uit
aan wie ontvangen wil.
Is de maat van je hart
in millimeters gesneden,
dan is het afgegrendeld
in gemis aan vertrouwen.
Is de maat van je hart
van liefde doordrongen,
dan zoek je steeds voort
ook na ieder fiasco.
Het blijft gevrijwaard
van verstarde maatstaf.
Het heeft alleen de mateloze maat
van zoeken en geven,
van liefde en leven.