19 zondag door het jaar B - 'Ik ben het brood dat leven geeft'  (07/08/2021)

Openingsgebed
God, wees hier aanwezig.
Jij Ene, die wij noemen mogen,
moeder – vader, mensenvriend.
jij die zegt: Ik zal er zijn.
Oud en vergeten nieuw geheim.
wees licht en warmte,
spreek ons aan,
geef ons woord en taal.
Hou ons gaande
in Jouw Naam:
Vader, Zoon en heilige Geest. Amen.

Lied:  ♫  37  Zomaar een dak

Zomaar een dak boven wat hoofden,
deur die naar stilte openstaat.
Muren van huid, ramen als ogen,
speurend naar hoop en dageraad.
huis dat een levend lichaam wordt
als wij er binnengaan
om recht voor God te staan.

Woorden van ver, vallende sterren,
vonken verleden hier gezaaid.
Namen voor Hem, dromen, signalen
diep uit de wereld aangewaaid.
Monden van aarde horen en zien
onthouden, spreken voort
Gods vrij en lichtend woord.

Tafel van Eén, brood om te weten
dat wij elkaar gegeven zijn.
Wonder van God, mensen in vrede,
oud en vergeten nieuw geheim.
Breken en delen, zijn wat niet kan,
doen wat ondenkbaar is,
dood en verrijzenis.

Inleiding  (Jackie)

In hoofdstuk 6 van Johannes ontwikkelt zich na de wonderbare spijziging, je weet wel ‘de 5 gerstebroden en de 2 vissen’ waarvan ongeveer 5.000 mensen aten, een heel lange dialoog tussen Jezus en het volk. Men noemt deze dialoog de ‘broodrede’. Je zult wel bemerken waarom. Vorig weekend lazen we al het begin hiervan, vandaag en de komende zondagen komt het vervolg. Je zou je kunnen afvragen ‘kan dat geen beetje korter’? Met onze westerse gedachtegang hebben we liever dat men sneller ‘to he point’ komt. Niet te veel rond de pot draaien.
Wel niet zo in de Oosterse denkwereld, daar werkt men wat men omschrijft als ‘spiraalvormig’. Het onderwerp wordt langs alle kanten bekeken via talrijke herhalingen om zo langzaam tot de kern van de zaak te komen. De kern van de zaak is dat Jezus hen zegt: Ik ben het brood des levens, uw vaderen aten manna in de woestijn maar zijn niettemin gestorven, maar dit brood daalt uit de hemel neer opdat wie er van eet niet sterft.
De toespraak van Jezus wordt weliswaar herhaaldelijk onderbroken door wat kritische opmerkingen. Zo ook vandaag, het volk mort, ze kennen Jezus, ze kennen zijn afkomst, zoon van de timmerman Jozef en de eenvoudige Maria, ze geloven niet dat ‘Jezus uit God is’.
Luister maar.

Lezing:  Johannes 6, 41-51  (NBV)

[41] De Joden begonnen te protesteren omdat hij zei dat hij het brood was dat uit de hemel was neergedaald.  [42] ‘Dat is toch Jezus, de zoon van Jozef? We weten toch wie zijn vader en moeder zijn? Hoe kan hij dan zeggen dat hij uit de hemel is neergedaald?’  [43] Jezus zei: ‘Ik hoor u bezwaren maken.  [44] Toch kan niemand bij mij komen, tenzij de Vader die mij gezonden heeft hem bij me brengt, en ik zal hem op de laatste dag tot leven wekken.  [45] Het staat geschreven in de Profeten: “Zij zullen allemaal door God onderricht worden.” Iedereen die naar de Vader luistert en van hem leert komt bij mij.  [46] Niet dat iemand ooit de Vader gezien heeft – alleen hij die van God komt, heeft hem gezien.  [47] Waarachtig, ik verzeker u: wie gelooft, heeft eeuwig leven.  [48] Ik ben het brood dat leven geeft.  [49] Uw voorouders hebben in de woestijn manna gegeten en toch zijn zij gestorven.  [50] Maar dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald; wie dit eet sterft niet.  [51] Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven. En het brood dat ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam.’

Homilie  (Jackie)

Ik ben de wijnstok; Ik ben de weg; Ik ben de goede herder; Ik ben de deur; Ik ben het licht; Ik ben het brood dat leven geeft ... Bij Johannes vinden we dat allemaal. Johannes vertelt ons vaak verhalen die weliswaar niet noodzakelijk 'echt gebeurd' zijn, maar die hij gebruikt om zo beter te kunnen uitdrukken wat Jezus voor de mensen, voor ons, betekent. Zo laat hij vandaag Jezus zelf zeggen wie Hij is. Maar geef toe, iedereen zal begrijpen dat voor de joodse gemeenschap, gemeenschap waar Jezus in leefde, gemeenschap die Jezus kende als de simpele zoon van Maria en Jozef, de timmerman, dat dit voor die gemeenschap niet eenvoudig was om dit te grijpen, te begrijpen, … Wie denkt Hij wel dat Hij is?

Maar ook voor ons, die Jezus en de geschiedenis kennen en weten wat een impact de persoon van Jezus gehad heeft en nog steeds heeft op de geschiedenis van de mensheid, ook voor ons klinkt dit toch nog onwezenlijk: Ik ben het hemelse brood dat leven geeft. Wie daarvan eet, zal niet sterven.
Ik sprak deze week nog met een vriend over deze toch hoopvol klinkende zin en de reflectie was toch: Allemaal goed en wel, maar als ik sterf, als ik mensen verlies die mij nabij zijn, dan is het over, dan zijn ze weg, dan zijn ze gestorven. Bezorgd vragen we ons af hoe zij dat eeuwig leven ervaren …

En toch: Dat iemand op een avond brood in zijn handen neemt en dit gaat breken, met een groot gevoel van vriendschap en zegt: "eet hiervan nu allemaal". Dat iemand zo'n gebaar gaat stellen om zijn vrienden duidelijk te maken: "ik behoor jullie toe, helemaal". Proberen wij dat vandaag te begrijpen?

Dat Jezus zichzelf het hemels brood noemt, vertelt ons waar wij Hem en elkaar mogen ontmoeten: bij de maaltijd, bij ons samenzijn hier vandaag. Bij die maaltijd, bij dit samenzijn mag ons geloof groeien, mag ons vertrouwen groeien in Jezus Christus en daarmee in God. Wij worden van hieruit opgeroepen de wereld in te trekken en een leven te leiden van liefde naar het voorbeeld van Jezus. …

Wat betekent dat nu vandaag? Voor jou, voor mij?

Wat betekent dat brood nog voor ons? Alle dingen, ook het brood, liggen in winkels, grootwarenhuizen, geprijsd en verpakt. Hun prijzen spelen gewoon mee in de cijferdans op het in gescande scherm aan de kassa. Zij bepalen mee onze rekening, en overmorgen (of misschien zelfs vandaag nog) krijgen wij online wel het nieuwe saldo thuis en is het van onze rekening. Dat verstaan wij.

Ik had het geluk vorige maand op pelgrimstocht te gaan richting Compostella, mensen te ontmoeten, samen in de zon en in de regen (het is echt een natte zomer dit jaar) langs de graskant ons broodje op te eten, een babbeltje slaan, te ont-moeten. Ik ontmoette onder andere Lutgart; met veel overgave gaf ze me een inkijk in haar leven en in haar passie, haar bakkerij ‘Broodnodig’. Lutgart en haar man Marc specialiseren zich in het bakken van broden met authentieke oude graansoorten. Dit doen ze in samenwerking met enkele gepassioneerde bio-boeren; en ik voelde die passie, haar liefde voor wat ze doet, voor de natuur en voor de mensen waarmee ze samenwerkt. “Waarom doe je dat?” vroeg ik haar. “Omdat ik mij bezig hou met een lange termijn project rond granen voor later, voor de generatie die nog moet geboren worden want over 500 jaar draait de aarde nog altijd verder. Het is een werk met vallen en opstaan, met tegenslagen en fantastische momenten, maar sterven doen we niet! En als ik er even uit wil dan is het mooiste cadeau dat men mij kan geven ‘een pelgrimstocht’, want ‘les pieds lavent la tête’”.

Dan voel ik het evangelie van vandaag: dat eenvoudige dingen, zoals samen het brood delen, kunnen bezield worden en geladen met een groot gevoel van vriendschap, dat zij zoveel waarde krijgen als zij zo persoonlijk van de ene hand in de andere worden overgereikt, dat zij tekens kunnen zijn van wat zich van binnen in ons, mens, afspeelt ... dat verstaan wij vandaag als we het evangelie van Johannes lezen.

Dat iemand niet berekent, maar geeft. Dat iemand niet verkoopt, maar liefheeft. Dat iemand niet voor zichzelf, maar voor alle anderen leeft en sterft ... dat verstaan wij vandaag bij het lezen van Johannes. Het eigenbelang is niet het hoogste goed, rijk worden niet per se onze plicht.  

Is dat romantiek, utopie? Ik denk het niet. Allemaal hebben we daar nood aan, nood aan dit samenzijn, die maaltijd, die ontmoeting. Ontdekken dat er gelukkig andere zaken zijn die belangrijk zijn. Even alle nuttigheidsdenken achterwege laten, even vergeten dat alles per se nuttig moet zijn, ergens moet voor dienen, vergeten dat het belangrijk is om onszelf ‘in de markt’ te zetten.

Johannes nodigt ons vandaag uit tijd te maken om te ont-moeten (in zijn dubbele betekenis). Ontmoeting en dialoog zijn onmisbaar in onze zoektocht naar zingeving, spiritualiteit. Het vraagt ons open te staan voor elkaars standpunt en voor elkaars visie en daar respect voor hebben. En het mooie is, je zult voelen dat je wereld verruimd is, dat de ontmoeting echt vruchtbaar geweest is. Als levend brood. Misschien zelfs uit de hemel neergedaald, dat wij samen willen delen, vertrouwend op Jezus.

Laat ons dus samen de tafel dekken en tijd maken om elkaar ontmoeten.

Lied:  ♫  64  Samen zitten wij

Samen zitten wij aan dezelfde tafel,
samen eten wij van hetzelfde brood:
rijken en armen delen met elkander,
samen dankend onze God ...

Samen eten is samen delen, is leven voor elkaar.
Samen eten is samen leven, is delen voor elkaar.

Brood dat alleen gegeten wordt, is brood zonder zout, zonder smaak.
Brood dat gebroken, gegeven wordt, is brood dat gelukkig maakt.

Kom dan allen als vrienden samen en maak de tafels klaar:
Neem uw brood mee, uw geld, uw leven en deel het met elkaar.

Onze Vader

Wij die naar verhouding rijk zijn,
zijn armzalige mensen als wij niet begrijpen
dat al wat de aarde te bieden heeft,
ons door God geschonken werd
om het rechtvaardig te verdelen
onder al zijn mensen­kinderen.
Bidden wij dan tot die liefdevolle Vader: Onze Vader …

Vredeswens

Er is onvrede in de wereld
omdat veel mensen tekort komen
omdat hen het broodnodige ontbreekt.

Daarom bidden wij:
Heer Jezus Christus,
Jij bent het brood dat leven geeft.
Jij geeft jezelf aan iedereen opdat de wereld één is.
Schenk ons allen die vrede en gerechtigheid.

En die vrede van de Heer zij altijd met ons.
En wensen wij elkaar die vrede van harte toe ...

Lied:  ♫  26  Sjaloom, Gods vrede kome over jou

Sjaloom, Gods vrede kome over jou!
Sjaloom, Gods vrede kome over jou!
Sjaloom, breng Gods vrede bij de mensen om je heen.
Sjaloom, dan rust ook Gods vrede over jou!

Tafeldienst

Er was eens een kleine jongen die God wilde ontmoeten.
Hij wist wel dat het een verre reis zou worden, dus pakte hij zijn kleine koffer en stopte die vol met koekjes en fruitsapjes. Zo ging hij op weg.

Hij was nog maar drie huizenblokken verder, toen hij een oude vrouw zag.
Ze zat op een bank in het park en staarde naar de duiven.
De jongen ging naast haar zitten en deed zijn koffer open.
Hij wilde wat drinken, maar toen hij een slok wilde nemen, merkte hij dat de vrouw er erg hongerig uitzag. Daarom bood hij haar een koekje aan.
Zij nam het dankbaar van hem aan en glimlachte naar hem.
Haar glimlach was zo intens mooi, dat hij die nog eens wilde zien. Daarom gaf hij haar ook een fruitsapje.
Opnieuw schonk zij hem haar glimlach. De jongen was helemaal vertederd en verrukt!
Zo zaten ze daar de hele middag, aten en glimlachten, maar er werd geen woord gesproken.

Toen het begon te schemeren werd de jongen moe. Hij stond op om naar huis te gaan.
Maar na een paar stappen draaide hij zich om, rende terug naar de oude vrouw en knuffelde haar innig.
En zij schonk hem een stralende glimlach.

Toen de jongen even later thuiskwam, verbaasde zijn moeder zich over de vreugde die op zijn gezicht lag en zij vroeg: “Wat heb je vandaag gedaan dat je zo blij bent?”
Hij antwoordde: “Ik heb met God gepicknickt.”
Nog voordat zijn moeder verder kon vragen zei hij: “En weet je, zij had de mooiste glimlach die ik ooit gezien heb!”

Intussen was ook de oude vrouw stralend van vreugde thuisgekomen.
Haar zoon was verbluft toen hij die vredige uitdrukking op haar gezicht waarnam.
Hij vroeg: “Moeder, wat heb je vandaag beleefd, wat heeft je zo gelukkig gemaakt?”
Zij antwoordde: “Ik heb in het park gepicknickt met God.”
En voordat haar zoon nog iets kon zeggen, vervolgde ze: “En weet je, hij is veel jonger dan ik dacht!”

De jongen en de vrouw beleefden als het ware een viering in het park.

We beamen dit verhaal met ons tafelgebed …

Om te komen tot onszelf,
tot een stil en diep geheim
dat ons leven in zich draagt,
daarom noemen wij jouw Naam.
God, onmeetbaar en onzichtbaar,
als een woord aan ons gegeven,
toch aanwezig in ons midden
als de warmte om ons heen.

Die wij noemen: vader, moeder,
vuur en adem van ons leven,
lieve schaduw, zachte vrede,
altijd bezig in ons hart.
Die wij danken om iedere mens,
die op aarde leven mag.
Om ieder kind, dat wordt geboren,
om ieder, die een ander vindt.

Die wij zoeken om de troost
in het mateloos verdriet
om verloren idealen
en een mens die sterven moet.
Die wij vieren om het licht
dat doorbreekt als wij donker zijn,
om de toekomst die wij dromen
en de liefde om ons heen.

In wie wij wonen als een huis
waar ruimte is voor alle mensen.
Waar mensen ergens voor elkaar
een plaats bewaren in hun hart.
Op wie wij hopen, hoe dan ook,
op de redding van de wereld.
Dat de dood het laatste woord niet is,
en dat mensen vrij-uit gaan.

Die wij smeken om bevrijding
voor de ontrechten en de vertrapten,
om de kracht in onze handen,
om recht te doen en op te staan.
Die wij danken, vast en zeker,
voor die Jezus van Nazareth,
van wie wij de naam bewaren
en doorgeven aan onze kinderen.

Omdat Hij arm was met de armen
en liefde droeg voor iedereen,
en daarom niet was klein te krijgen
door de waarheid van de dood.
Omdat Hij ons heeft aangewezen
hoe wij ons leven moeten gaan:
liefde geven en brood zijn voor elkaar.

De avond voor zijn dood,
voor hij zelf gebroken werd,
gaf Jezus zijn vrienden een teken van leven.
Hij zegende brood, dankte en brak het.
Als brood gebroken wordt, zei hij
dan wordt liefde uitgedeeld,
dan worden mensen gered en bewaard.
Doe dit ook, vergeet elkaar niet,
laat me jullie nabij zijn in dit brood.

Zo willen wij gaan op Zijn weg,
een hand vol brood zijn voor elkaar.

Dit brood staat voor ons klaar.
Als wij eten van dit brood
het breken, en delen met elk-ander, …

Lied:  ♫  17  Dan zal er vreugde zijn

Dan zal er vreugde zijn op aarde, vrijheid en vrede in Jezus' Naam.
Door Hem en met Hem en in Hem bieden wij U barmhartige Vader, dit dankoffer aan.
In de gemeenschap van de Kerk die leeft door Jezus' Geest
vandaag en alle dagen tot in eeuwigheid. Amen.

Laat ons daarom het brood nemen en daarmee heel uitdrukkelijk zeggen:
ook ik wil een nieuwe wereld waar brood en vrijheid en liefde is voor alle mensen.

Tijdens de communie  →  ♫  17  Eat this bread - Taizé

Lied:  ♫  30  Leven is geven

Wie wil leven moet zich geven, moet het wagen op weg te gaan:
met zijn vragen, onbehagen, moet met anderen samen gaan ...
Niemand kan het leven aan, als hij alleen blijft staan ...
want de mens leeft niet alleen, je moet met and'ren gaan ...
want als wij hier samenkomen, kan ons leven open slaan,
want als wij hier samenkomen, mogen wij in God bestaan.

Wie wil leven moet zich geven, moet met brood naar de ander gaan,
en moet leven, om te geven, zoals Jezus dat heeft gedaan.
Niemand kan het leven aan, je moet in Jezus' naam ...
met het brood in ied're hand, naar alle mensen gaan,
want wie voor zichzelf wil leven, en wie niet op weg wil gaan,
kan de and're mens niets geven, en kan niet in God bestaan.

Bezinning  (naar Herman Verbeek)

Je gaat met me voort,
Je zwemt voor me uit,
Je wijst me de steen en de bocht in de weg,
de gloed van het vuur,
Je opent het hek en Je staat in de deur.

 

Jij snijdt mij het brood
Je vraagt me een vraag
Je leert me het recht
De strijd van het volk
De wond in mijn ziel
Je waakt bij mijn angst
Je wacht tot ik slaap

Je bent zonder naam
Je rekent geen dienst
Je blijft aan mijn zij
De stok in de hand
Het kleed om het lijf
Je bent die je bent
Jij brood mij nabij.

Slotgebed

God,
wij hebben in dit uur
sporen van Jou mogen ontdekken
in de woorden die we hoorden
in het brood dat we met elkaar deelden.
Wij vragen Je,
laat ons deze sporen van jouw aanwezigheid
uitdragen naar alle mensen
die wij in de komende tijd ontmoeten.
Sporen van jouw liefde en jouw goedheid
zoals die gestalte hebben gekregen in Jezus,
jouw zoon en onze broeder.
Amen.