13 zondag door het jaar B - 'Vertrouwen' - Ontmoetingsdag (27/06/2021)
Openingsgebed: Lied ♫ 115 Drempelgebed
Wij komen biddend voor U staan
en roepen U eerbiedig aan.
O God die leven zijt en licht,
op U is onze hoop gericht.
Vader die in de hemel zijt,
uw goedheid is van eeuwigheid;
wees ons op aarde zeer nabij,
in uw ontferming schuilen wij.
Heer Jezus, Gij weet hoe de haat
de liefde naar het leven staat.
Gij kent het vallen van de nacht,
uw opstanding is onze kracht.
Heilige Geest, wees zelf het lied
dat troost geeft in ons zielsverdriet.
O licht dat in uw hoge staat
de wereld ver te boven gaat.
Moment van verinnerlijking: Lied ♫ 181 Draag mij God
Draag mij God in barmhartigheid.
Til mij op uit al mijn kleinheid.
Koester mij in barmhartigheid.
Vader, Moeder, God met ons.
Gebed op het feest van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand:
Heer Jezus Christus,
Gij hebt uw moeder Maria ook aan ons gegeven als een moeder
bij wie wij steeds hulp vinden.
Geef dat wij met volharding haar voorspraak afsmeken
en zo de volheid ontvangen van uw verlossing.
Dit vragen wij U die in de eenheid van de heilige Geest
met God de Vader leeft en heerst tot in eeuwigheid.
Amen.
Inleiding (Jackie)
Het stukje evangelie dat we vandaag gaan horen omvat 2 wonderverhalen. Mochten we in muziektermen spreken dan zouden we spreken van een A-B-A structuur. Marcus, de evangelist begint een verhaal, gaat dan over naar een ander en keert dan terug om af te ronden met het eerste verhaal. Een beetje verwarrend en vervelend om er onze gedachten bij te houden. Ik weet het niet, maar het heeft misschien wel een reden. Het versterkt één belangrijke boodschap: wat er ook gebeurt VERTROUW op Jezus, vertrouw op God.
En luister goed naar de mooie Aramese woorden: Talita Koem – meisje, sta op!
Lezing: Marcus 5, 21-43 (NBV)
21Toen Jezus weer met de boot was overgestoken, verzamelde er zich een grote menigte bij hem, en hij bleef aan het meer. 22Een van de leiders van de synagoge, die Jaïrus heette, kwam naar hem toe, en toen hij Jezus zag viel hij aan zijn voeten neer. 23Hij smeekte hem dringend: ‘Mijn dochter ligt op sterven; kom haar de handen opleggen om haar te redden en te zorgen dat ze in leven blijft.’ 24Hij ging met hem mee. Een grote menigte volgde hem en verdrong zich om hem heen. 25Onder hen was ook een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed. 26Ze had veel ellende doorgemaakt door de behandeling van allerlei artsen, aan wie ze haar hele vermogen had uitgegeven zonder dat ze ergens baat bij had gehad; integendeel, ze was alleen maar achteruitgegaan. 27Ze had gehoord over Jezus, en ze begaf zich tussen de menigte en raakte zijn bovenkleed van achteren aan, 28want ze dacht: Als ik alleen zijn kleren maar kan aanraken, zal ik al gered worden. 29En meteen hield het bloed op te vloeien en merkte ze aan haar lichaam dat ze van de kwaal genezen was. 30Op hetzelfde ogenblik werd Jezus zich ervan bewust dat er kracht uit hem was weggestroomd. Midden in de menigte draaide hij zich om en vroeg: ‘Wie heeft mijn kleren aangeraakt?’ 31Zijn leerlingen zeiden tegen hem: ‘U ziet dat de menigte zich om u verdringt en dan vraagt u: “Wie heeft mij aangeraakt?”’ 32Maar hij keek om zich heen om te zien wie het gedaan had. 33De vrouw, die bang was geworden en stond te trillen omdat ze wist wat er met haar was gebeurd, kwam naar hem toe en viel voor hem neer en vertelde hem de hele waarheid. 34Toen zei hij tegen haar: ‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede en wees genezen van uw kwaal.’
35Nog voor hij uitgesproken was, kwamen enkele mensen tegen de leider van de synagoge zeggen: ‘Uw dochter is gestorven, waarom valt u de meester nog lastig?’ 36Maar Jezus hoorde dat en zei tegen de leider van de synagoge: ‘Wees niet bang, maar blijf geloven.’ 37Hij stond niemand toe om met hem mee te gaan, behalve Petrus, Jakobus en Johannes, de broer van Jakobus. 38Ze kwamen bij het huis van de leider van de synagoge en zagen daar een groep mensen die luid stonden te huilen en te weeklagen. 39Hij ging naar binnen en zei tegen hen: ‘Waarom maken jullie zo’n misbaar en huilen jullie? Het kind is niet gestorven, het slaapt.’ 40Ze lachten hem uit. Maar hij stuurde hen allemaal naar buiten en ging met de vader en moeder van het kind en de leerlingen die bij hem waren de kamer van het kind binnen. 41Hij pakte de hand van het kind vast en zei tegen haar: ‘Talita koem!’ In onze taal betekent dat: ‘Meisje, ik zeg je, sta op!’ 42Meteen stond het meisje op en begon heen en weer te lopen. Ze was twaalf jaar. Iedereen was met stomheid geslagen. 43Hij drukte hun op het hart dat niemand dit te weten mocht komen, en zei dat ze haar te eten moesten geven.
Homilie (Jackie)
Waarschijnlijk zijn wij allen, na het aanhoren van dit evangelieverhaal, vooral nieuwsgierig; we vragen ons af of deze straffe mirakels wel echt gebeurd zijn, of dat meisje nu echt dood was, ofwel in de coma lag, of sliep. Dit zijn vragen van ons, nuchtere, wetenschappelijke ingestelde mensen van deze tijd.
Mag ik jullie dan ook nog eens een ander verhaal vertellen, een verhaal vandaag gebeurt in Vlaanderen. Jongeren van het laatste jaar humaniora maakten plannen om het afscheid van hun school te vieren. In hun klas zat Ernie. Hij was in januari ziek geworden. Hij had leukemie en moest bestraald worden. Daardoor was hij helemaal kaal geworden. Het grote feest op het einde van de school kwam in zicht. Ernie durfde er niet naar toe te gaan. ‘Kom toch maar’, zeiden zijn leraars, ‘niemand zal er op letten dat je kaal bent.’ Maar Ernie was niet te overtuigen. Twee dagen voor het grote feest op school, lieten alle jongens uit de klas van Ernie zich kaal scheren. En Ernie ging naar het grote feest van zijn school. Zijn medeleerlingen hadden hem gezegd: Talita Koem.
Misschien zeg je nu ook, tiens, ik heb daar niets van gelezen? Is dat echt gebeurd? Waar is 'ergens'? In welke school was dat? Was dat dit jaar? Maar is dit belangrijk?
Ook die vraag naar echt gebeurd zijn moeten wij niet aan een evangelietekst stellen. Het evangelie is geen encyclopedie, is geen geschiedenisboek, maar op de eerste plaats een geloofsverhaal, een vertrouwensverhaal dat de bedoeling heeft ons zoekend vertrouwen in Jezus te versterken.
De evangelist wil met zijn verhaal over de dochter van Jaïrus en de vrouw die aan bloedvloeiïng leed duidelijk maken dat het leven belangrijker is dan de dood en dat waar Jezus komt 'leven' wordt.
Daartoe nodigen deze twee verhalen ons uit voor 2 belangrijke zaken:
- dat ook wij met ons klein, zoekend geloof ons zouden laten aanraken door Jezus' liefde. Dat wij, vooral in momenten van wanhoop, zouden kunnen herhalen: "Kom toch alsjeblief Jezus uw hand op mij leggen, raak mij aan, zodat ook ik mag leven van uw liefde!" en dat wij dan weten, op dat moment, dat Jezus ons zegt: “Talita Koem, sta op! Wees niet bang, blijf vertrouwen.”
- Maar twee, dit is niet alleen een belofte, maar ook een oproep. We worden er toe opgeroepen om het voor elkaar mogelijk te maken dat we leven, dat we opstaan, opstaan uit ellende, miserie, tegenslag, ziekte, dood.
En, inderdaad, we zien rondom ons wereldwijd miljoenen mensen slachtoffer zijn van honger, oorlog, tegenspoed en milieurampen. Ze zijn op de vlucht, omdat zij ook willen leven en overleven, menswaardig en rechtvaardig, liefdevol willen behandeld worden.
Ik kijk zomaar naar de krantenkoppen in de krant van dit weekend:
- Die homofobe wet maakt me wanhopig en depressief.
- Sans-papiers in kritieke toestand na een maand hongerstaking
- Al 159 vermisten na instorting in Miami.
- Bedolven onder het puin van de ingestorte school: In België waren ze niets, hier waren ze koningen.
- …
Als we aandacht hebben voor het evangelieverhaal van vandaag dan krijgt het Talita Koem een heel andere klank. Als we met velen blijven geloven en vertrouwen, en kiezen voor het leven en vasthouden aan ‘Ik zeg je, sta op’, dan wordt dit tafereel met het dochtertje van Jaïrus en de bloedende vrouw een verhaal dat toch nog echt gebeurt. Dan lezen we ook:
- Huisarts Rita Vanobberghen staat de sans-papiers bij die al een maand in hongerstaking zijn.
- Petra De Sutter zegt: We hebben een moeilijke 2 jaar achter de rug maar het is tijd om op te staan en verder te gaan met het volle geloof in ons verhaal.
Mogelijks is dit, speciaal vandaag op deze ontmoetingsdag, een boodschap voor ons om in de komende vakantietijd ook op te staan en verder te gaan met het volle geloof en vertrouwen in ons christelijk verhaal, om extra aandacht te hebben voor wat wij vandaag gehoord hebben: wij zijn opgeroepen om 'leven' te brengen waar 'dood' is. En dat hoeft niet in grootse daden, dat kan in heel kleine attenties. Vandaag weten we:
Leven = waar mensen aandacht hebben voor elkaar.
Dood = waar mensen in de steek gelaten worden.
''Alles wat je je kunt voorstellen is echt.''
(Pablo Picasso)
Lied: ♫ Lied van een nieuw vertrouwen
Lied van een nieuw vertrouwen
Woord van een nieuw begin
Lied van een waarheid
Door God geleefd voor jou en voor mij
Zo maar gegeven.
Lied van een nieuw geloven
Kracht van een brandend vuur
Lied van een waarheid
Zomaar gedragen door jou en door mij
Zo maar gegeven.
Broodbreking: ♫ 209 Telkens als wij eten van dit brood
Telkens als wij eten van dit brood en drinken uit deze beker
verkondigen wij zijn dood en dat hij leeft, Jezus Messias.
Die ons aanspreekt, ondervraagt, bemoedigt, troost, vermaant
die ons verschijnt in woorden van genade 'heb elkander lief'.
Die tot ons zegt: Doe dit en denk aan mij.
Breek je brood en deel je levenskracht, schenk je hartenbloed om liefdeswil,
geef je leven zoals ik het gaf: wees mijn zachte kracht
mijn lichaam en mijn ziel in deze wereld.
tekst: Huub Oosterhuis
muziek: Antoine Oomen
© Effatakoor, Lovendegem 2011
Bezinningstekst
Het dochtertje van Jaïrus werd ziek, en stierf.
'Hij kan helpen!' dacht Jaïrus, en liet Hem halen.
Hij hielp. Hij gebood het leven terug te keren. Het kind herleefde.
Onmiddellijk uitbundigheid van vreugde - veel volk - men geraakte niet uitverteld - er moest op geklonken worden!
Het meisje zat daar: in de kring van de belangstelling, met grote ogen,
en met grote honger in haar maag. Maar niemand zag dat.
Toch. Eén. Jezus zei: Geef dat kind te eten, want het heeft dagenlang niet meer gegeten;
van uw nieuwsgierige belangstelling kan het niet leven.
De fijnste geste van een liefdevol mens is de aandacht voor het kleine detail, dat zeer belangrijk is.
Zo is God. Dat zien we in Jezus, de mens Jezus, op weg met mensen ...
Zo wil Hij ons.
(W. Bruyninckx, Tussen gisteren en morgen, Patmos 1971, p. 112)
Slotgebed: (uit de gebeden voor het feest van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand)
Heer Jezus Christus
op dit feest van de Moeder van Altijddurende Bijstand
hebt Gij ons overladen met de gaven van de verlossing.
Bescherm ons op voorspraak van Maria in alle gevaren.
Dit vragen wij U die leeft en heerst in eeuwigheid.
Amen.